“Verlaat Verdriet”
Tekst: Marga van Doorn
Interviews uit het boek Verlaat Verdriet van Mieke Ankersmid
Verschenen in Top Santé, augustus 2003.
Als je op jonge leeftijd een van je ouders verliest, heeft dat enorme impact. Wordt het verlies dan ook nog niet voldoende verwerkt, dan kan het gevolgen hebben voor de rest van je leven.
Het niet geuite verdriet kun je dan op allerlei manieren tegenkomen, en niet zelden kom je er op latere leeftijd weer ‘oog in oog’ mee te staan.
“Toch worden problemen waarmee mensen vandaag worstelen, maar zelden in verband gebracht met dat vroegere, pijnlijke verlies”, zegt Mieke Ankersmid, (rouw)therapeute en schrijfster van het boek Verlaat Verdriet. “En dat is jammer. Want daar ligt de wortel. Als je die aanpakt, kan je leven een verrassende wending nemen.”
“Maar het kán toch niet dat wat ik nu tegenkom nog steeds te maken heeft met de dood van mijn moeder! Dat is zo lang geleden!” roept Janet (40) uit. Veel mensen die op jonge leeftijd een van hun ouders hebben verloren, kunnen zich moeilijk voorstellen dat wat zij op oudere leeftijd meemaken, voortkomt uit het verlies in hun vroege kinderjaren. Ze denken dat ze hun verdriet al lang hebben verwerkt, terwijl ze het vaak alleen maar hebben verdrongen.
Niet alleen is er ongeloof, maar ook tref je schaamte aan. Dat laatste, als er wél besef is van verdriet. Na vele jaren nog verdrietig zijn, dat mag toch niet? wordt dan gedacht. Dan moet het over zijn.
Maar hoe kan verdriet over zijn, als het niet verwerkt is?
Mieke Ankersmid (49), die zelf haar moeder verloor toen ze tien jaar was: “Dat veel mensen de dood van een ouder niet voldoende hebben verwerkt, komt niet direct door het verlies op zich – daarmee is, hoe moeilijk ook, uiteindelijk te leven – maar omdat ze het om allerlei redenen moesten wegstoppen”, vertelt ze. “Bijvoorbeeld omdat na de dood van vader of moeder niet meer over het verlies gesproken mocht worden, de overleden ouder er niet meer ‘mocht zijn’. Of omdat het kind zo meeleefde met de achtergebleven ouder, omdat het flink wilde zijn en het eigen verdriet niet wilde laten zien. Of omdat het toelaten van de pijn gewoonweg te beangstigend was.”
Anneke, 46 jaar, 18 toen zij haar moeder verloor:
“Mijn oudste zus was het huis al uit. Ik was nu het oudste meisje en zag al heel gauw dat ik me geen verdriet kon permitteren, want dan donderde de boel om. Mijn zusjes hebben letterlijk tegen mij gezegd: “Als jij gaat huilen, dan weet ik het ook niet meer.” Dus ik heb heel sterk moeten zijn. Je neemt dan de rol van je moeder over zoals jij haar ervaren hebt. Dat betekende dat ik mezelf heel erg wegcijferde. Alles in huis was dan schoon, behalve mijn eigen kamer: daar was het een grote puinhoop.”
Het effect op je leven
Mieke Ankersmid: “Welke reden er echter ook was, het gevolg is dat je als kind een beschermlaagje om je heen legt, een pantser dat je beschermt tegen nog meer verontrustende gevoelens. Zo kun je meer pijn buiten de deur houden. Maar wat vergeten wordt is dat veel pósitieve dingen dan ook niet binnen kunnen komen.”
Er bestaan verschillende manieren om de pijn buiten te sluiten (overlevingsstrategieën). Flink en sterk zijn is er één. Maar ook kun je besluiten altijd onafhankelijk te willen blijven. Je wilt dan almaar bewijzen dat je niemand nodig hebt, het wel alleen kunt. Maar welke strategie er ook wordt gekozen, er zit altijd een keerzijde aan. Uiteindelijk werkt hij tegen je. Mensen met een onverwerkt verdriet léven niet, ze overléven.
Een vroeg gemis van een ouder, heeft vaak ook het basisvertrouwen aangetast. Zomaar, onverwachts, heb je iemand verloren. Iemand die je dierbaar is, is voor altijd verdwenen. Gebleken is dat je niet op je omgeving kunt vertrouwen. Het gevoel van veiligheid is aangetast.
Marja 35 jaar, 4 toen zij haar moeder verloor: “Ik kan zien staan als vierjarig kind met m’n handen vooruit omhoog, gillend naar mamma, huilend om mamma. Het verdriet is verpletterend, allesoverheersend. Niets is ooit meer hetzelfde en niemand kan jou dat uitleggen. Je eigen kleine veilige wereldje verandert volledig. Je overleeft, maar de geslagen wond blijft en doet zeer. En de pijn blijft en doet zeer. En het gemis blijft en doet zeer.”
Het gevolg kan zijn er later problemen ontstaan met het aangaan of in standhouden van intieme relaties. Bang om iemand opnieuw kwijt te raken, durven deze mensen zich niet te binden. Ook binnen een relatie, houden ze nog afstand.
Mieke Ankersmid had daar zelf ook last van. “In mijn contact met anderen, hield ik altijd een veilige afstand. Ik liet mijn kwetsbare kant nooit zien. Onder alle omstandigheden bleef ik sterk en flink. Ook in mijn relatie met mijn toenmalige partner en met mijn kinderen hield ik me enigszins op afstand. Ik vond het doodeng intimiteit aan te gaan. Echt dichtbij te komen.”
Onverwerkt verlies kan ook tot gevolg hebben dat je de partner en/of kinderen gaat claimen. En veel mensen blijven hun leven lang in de greep van de angst de ander te verliezen door bijvoorbeeld de dood. Ten slotte kan onverwerkt verdriet leiden tot lichamelijke klachten, zoals maag- en darmklachten, het kan een kloof doen ontstaan tussen gevoel en verstand, het kan je levensmoe maken.
Omdat een mens doorgeeft wat hij in het leven heeft geleerd of niet heeft geleerd, kan het bovendien grote invloed hebben op de volgende generatie. Kinderen worden van dichtbij geconfronteerd met de negatieve gedragspatronen (denk bijvoorbeeld aan claimgedrag), angsten en frustraties van de ouders.
Lucien (56): “Mijn grootvader overleed toen mijn vader vijf jaar was. Als enige zoon werd hij vanaf dat moment al de man in huis. Samen met zijn moeder was hij de baas; hij werd al jong de vertrouweling van oma. Zijn zusje, mijn tante, hadden niets in te brengen. Tegenover mijn moeder en ons was hij altijd heel erg autoritair wat steeds de nodige spanningen in het gezin heeft gegeven. Ik vond dat vreselijk en heb al heel jong mijn toevlucht gezocht bij een vriendje thuis. De verhouding met mijn vader is altijd zeer moeizaam geweest. Pas veel later heb ik de link kunnen leggen tussen zijn gedrag en het verlies van zijn vader.”
Hoe weet je nu dat je het vroegere verdriet niet goed hebt verwerkt? “Als je emoties niet meer in verhouding staan tot wat er op dat moment gebeurt”, zegt Mieke Ankersmid, “en dan gaat het om situaties die te maken hebben met verlies, zoals een scheiding bijvoorbeeld of het uit huis gaan van een kind. Of – dat kan ook – bij belangrijke emotionele gebeurtenissen als een huwelijk of een geboorte van een kind, situaties waarbij je natuurlijk graag je beide ouders aanwezig wilt zien, en daardoor het gemis opeens zo pijnlijk duidelijk wordt!
Het lukt dan niet meer de gevoelens die jaren lang zijn onderdrukt, er nog onder te houden. De controle moet worden opgegeven. En overlevingsstrategieën blijken niet meer te werken.”
Dit kun je er aan doen
Mieke Ankersmid: “Er is maar één manier: het verdriet alsnog toelaten. Je moét het aangaan. Mensen kunnen dit onder meer doen door het verhaal van a tot z te vertellen of op te schrijven en de emoties van toen alsnog te voelen.
De angst om dit te doen is vaak erg groot, mensen hebben het verdriet vaak zo lang binnengehouden, maar als ze een paar keer hebben ervaren hoe het voelt – want dat gaat stapje voor stapje – dan durven ze het steeds beter toe te laten.
Het kan ook helpen een reëel beeld van de overleden vader of moeder samen te stellen. Op zoek te gaan naar wie hij of zij was. Dit kan door foto’s of brieven te voorschijn te halen en mensen op te zoeken die hem of haar hebben gekend. Je kunt ook een mooi ritueel bedenken waarmee je alsnog afscheid neemt van de overleden ouder. Bijvoorbeeld door een brief of een gedicht te schrijven, of eventueel door een herdenkingsdienst te houden. En je kunt je vader of moeder echt letterlijk weer een plek geven in je leven, door bijvoorbeeld foto’s neer te zetten in huis, misschien in een speciaal hoekje.”
Rien, 32 jaar, toen hij zijn vader verloor: “Ik heb het nummer van de Stone opgezet waar hij altijd zo van genoot: ‘Waiting for a friend’, er flink bij zitten janken en keihard meegezongen. Daarna een brief aan mijn vader geschreven die ik later bij zijn graf heb voorgelezen. Het was voor mij weer een stukje loslaten. Het deed me goed.”
Kom je er alleen niet uit, dan doe je er verstandig aan hulp te zoeken. Helaas is dit niet altijd makkelijk. Wanneer je bij een hulpverlenende instantie aanklopt, kan de vaak sterke, flinke houding (veel mensen met die jong een ouder hebben verloren, hebben zich dit eigen gemaakt) tegen je werken. De hulpverlener krijgt al snel de indruk dat je het wel redt. Ook wordt door hulpverleners lang niet altijd het verband gezien tussen de problemen die nu spelen én het verlies in de jeugd. Volgens Mieke Ankersmid vind je dan ook via de reguliere instanties (de RIAGG’s bijvoorbeeld) niet altijd de hulp die je nodig hebt. Mensen met dit probleem zullen dus vaak hun best moeten doen om een therapeut te vinden die samen met hen wil zoeken naar de achterliggende oorzaken van de problemen en die bereid is verbanden te leggen met het verlies in de jeugd. Er komen gelukkig wel steeds meer rouwtherapeuten die hierin gespecialiseerd zijn.
Bij het hele verwerkingsproces is het zeer belangrijk te beseffen dat de overledene niet hoeft te worden losgelaten. Veel mensen denken dat, als ze het verdriet om de verloren persoon loslaten, diegene ook voorgoed uit hun leven verdwijnt. Dat kan een schuldgevoel geven, waardoor ze aan het verdriet blijven vasthouden. Maar het gaat er niet om de gebeurtenis en degene van wie je hebt gehouden te vergéten. Je geeft diegene alleen een andere (emotionele) plek.
Mieke Ankersmid: “Als dat gebeurd is, zie je mensen vaak compleet veranderen. Dat is telkens weer prachtig om te zien. Het lijkt wel alsof mensen dan pas tot leven komen. Vaak beginnen ze te stralen. Hun stem verandert. Wordt vaster, steviger. Ze komen in hun kracht.
Het is alsof ze herboren worden. Ik heb dat zelf ook zo ervaren. Eerst was ik sterk aan de buitenkant, maar dat was maar schijn. Mijn kwetsbaarheid durfde ik niet te laten zien. Toen ik door mijn verdriet heenging, en mezelf ook kwetsbaar durfde op te stellen, werd ik mezelf. Ik kwam toen vanzelf bij mijn echte, innerlijke kracht. Ik kan echt zeggen dat de verwerking van het verdriet de ommekeer in mijn leven heeft betekend.”